maandag 15 juni 2009

Tweemaal nét niet

Sombeke, 6 juni 2009, VWF C, 4de
Schendelbeke, 7 juni, VWF C, 15de


Twee wedstrijden in twee gemeenten maar met toch een zelfde profiel: Sombeke, gelegen op de flanken van de Durme en Schendelbeke, een deelgemeente van Geraadsbergen waarvan iedere wielertoerist met zin voor aarderijkskunde weet dat dit aan de oevers van de Dender ligt. Niet dat we ons op de Mont Ventoux wanen of dat er zodanig moet worden geklommen dat de triple, de compact of den“28” moest worden boven gehaald, maar toch, de jongens die geen extra kilo's moeten meesleuren zijn hier licht in het voordeel. De uitslag liegt er dan ook niet om: tweemaal mag Danny De Backer, nat gewogen een goede 60 kilogram, zegevieren. Zijn streekgenoot, Ronny Paridaens, en medebezieler van de wedstrijd in Schendelbeke doet daar nog enkele kilo's af. Ik was vandaag met hem een paar keer op stap en ik kan mij perfect inleven in de frustratie van cousteau's als Bernard Thevenet, Hennie Kuiper of Eddy Merckx, niet alleen omdat Lucien Van Impe, zo goed de bergen opreed, dan wel dat het praktisch onmogelijk is om te recuperen in het wiel van zo'n pluimgewicht. Die gasten vangen met name geen wind.

Ik herinner mij dat ik eens dat ik al fietsend van mijn werk terug kwam en in de buurt van Liedekerke een lotgenoot (te herkennen aan het rugzakje) voorbij reed. De man liet zich eerst verrassen, maar kwam na een tijdje toch achter mij aan. Ken je dat gevoel, er komt iemand aansluiten in je wiel, en in plaats van gezellig een babbeltje te slaan, voelt dat in-het-wiel-zitten ongemakkelijk aan, en versnel je. Eens aftasten welke vis er aan je fiets hangt. Haantjes gedrag. Zelfs venten in hun midlife crisis hebben daar last van. Versnellen dus, en nog eens, en nog een tandje groter. Het ventje in mijn wiel wilde maar niet lossen. Tot hijzelf overnam en er zelf nog eens een paar kilometer per uur bij deed. Mijn eerste kennismaking met het fenomeen Paridaens.

Ik was ooit 'ns met vakantie in Limburg toen ik op een zomerse zondagvoormiddag, langs één of andere vaart of kanaal, mij in het wiel zette van een ferme en kleurrijk uitgedoste wielertoerist die mij zonder een blik te gunnen voorbij snelde. Hij op een merkfiets van een paar duizend dollar, ik op een Hollands huurexemplaar, mét kinderstoeltje én Adriaan achterop. Hoe hard de man ook trapte, hij kreeg er mij niet af. Het zou mij verwonderd hebben mocht de brave ziel zijn chique Colnago 's middag in het clublokaal niet aan de haak hebben gehangen. Het aanstekelijke gekir en de luide aanmoedigingen van Adriaan zullen er dan waarschijnlijk teveel zijn aan geweest.

Zaterdag reed ik eenzaam en alleen het gat dicht op de leiders, maar bij aankomst daar, was de hoofdvogel gaan vliegen. Zondag, hetzelfde scenario, alleen had ik bij aankomst in de kopgroep mijn giftigste pijlen al verschoten en kwam ik niet alleen, maar had ik een 10 tal toeschouwers meegebracht. Toen Paridaens, Proost en Briau achter De Backer, De Tant, De Croock, Lievens en Heymans aangingen, zette ik mij bij in de coulissen en aanschouwde het gebeuren van op de eerste rij, in plaats van zelf in het stuk mijn rol op te eisen.

We doen weer mee, voorlopig weliswaar nog voor de ereplaatsen.

(ik doe mijn best om tussen schrijven en posten in vervolg wat minder tijd te laten, kwestie van wat actueel te blijven)

1 opmerking:

Anoniem zei

ik ken u van haar noch pluimen, maar zit wel te gieren achter mijn bureau.

schrijf en koers verder !

John