maandag 18 januari 2016

Een nieuwe wielerbond: de UVB (de Utopische Vrije Bond)

Wanneer mensen uitgepraat zijn over het weer en een onderwerp zoeken om een pijnlijke stilte op te vullen, gebeurt het regelmatig dat het gesprek, naar aanleiding van een of ander recent nieuwsfeit, in de richting gaat van ‘niets kan men nog verdragen van elkaar’, of ‘mensen verzuren alsmaar’. Men heeft het dan niet over de klagende, zagende of zeurende medemens, maar wel over de buur, collega of concurrent, die, om het minste zier op zijn achterste poten gaat staan, zijn rechten opeist - al dan niet voor één of andere juridische instantie - en jou op je plichten wijst, hun grote gelijk uitschreeuwend, hun medemens zelfs niet een klein straaltje zonlicht in de ogen gunnend. Compromis, overleg, samenwerking, het elkaar iets gunnen, het lijken allemaal begrippen uit lang vervlogen tijden. “Laat het maar eens goed botsen”, was het adagium van Bart Sturtewagen in zijn column in De Standaard van vorige vrijdag. “Het geloof in het overstijgen van de tegenstellingen deemstert weg”, schrijft hij,

Voorbeelden hiervan legio, maar nu het nieuwe wielerseizoen volgende maand terug start, ga ik er een geven uit een wereld waar veel van mijn Facebook vrienden mee te maken hebben: het amateur master wielrennen, beter gekend als ‘de vrije bonden’ of ‘nevenbonden’. Niemand moet dit persoonlijk nemen, ik ga hier niemand ad hominem aanvallen of toestanden hekelen, ik ga enkel een utopie schetsen, waarvan wij voorlopig (zoals dat nu eenmaal is met utopieën) alleen maar kunnen dromen.

° ° ° ° ° ° ° ° ° ° ° ° 

“Waarschijnlijk zou het hele opzet niet zijn gelukt zonder de inbreng van een paar grote sponsors slash wieler mecenassen”, vertelt Willem Jansens, bekend zakenman, maar vooral  in hart en nieren wielerliefhebber. Janssens is de man die er in slaagde om alle nevenbonden te laten opereren onder de koepel van de ICF (International Cycling Federation). In vroegere tijden, toen hostiliteit en nijd de samenwerking tussen de verschillende bonden nog in de weg stonden, was de enige acte de précense van het ICF de organisatie van het WK. Dit werd toen beurtelings toegewezen aan één van de bonden die deel uitmaakten van de ICF. “Vandaag worden alle grote kampioenschappen georganiseerd door het ICF. Niet enkel het WK, maar ook het EK, het Benelux en de nationale kampioenschappen worden onder de auspiciën van het ICF gehouden”, vertelt een duidelijk trotse Janssens.

“De kers op de taart is natuurlijk de realisatie van de internet livestream uitzendingen van de belangrijkste wedstrijden, wat op zich dan weer een aantrekkingspool is voor nieuwe sponsors. Vorig jaar haalde de WK samenvatting zelf een half uur nationale commerciële zendtijd”. Zijn er dan geen nadelen? “Eigenlijk niet”, zegt Janssens. “Via een een rechtvaardige verdeelsleutel wordt het sponsorgeld verdeeld over de deelnemende bonden en de organisatie. De uitgekeerde bedragen zijn vele malen hoger dan deze in het verleden waren toen elke bond nog zijn eigen kampioenschappen organiseerde. Vergelijk de werkwijze een beetje met de Champions League in het voetbal, maar dan in het mini. Niemand die er nog aan denkt om terug te keren naar het oude systeem. Al zeker niet de renners die deze top organisaties met veel toeschouwers en ambiance heel erg weten te appreciëren. En buiten de kampioenschappen behoudt elke bond natuurlijk zijn authenticiteit wat betreft de organisatie van zijn overige wedstrijden”

“Het heeft heel wat voeten in de aarde gehad om de verschillende bonden te overtuigen dat samenwerken voor iedereen een win-win was”. Aan het woord is nu Karel Van Damme die verantwoordelijk is voor de commerciële tak van het ICF. “Zo delen alle bonden hetzelfde online web platform, transponders, en aankomst technologie. Een fractie nadat de laatste renner de aankomstlijn overschrijdt staat de uitslag al gepubliceerd op het internet. Supporters en sympathisanten, thuis of ter plekke, hebben de hele wedstrijd ronde na ronde, de passages van hun renner en zijn tussentijden kunnen volgen. Tot slot biedt het ICF alle bonden een gemeenschappelijk web platform aan, terwijl er toch geen enkele website er precies hetzelfde uitziet en elke bond nog steeds zijn eigen koersen en specificiteit behoudt. Ook de reglementen en leeftijdscategorieën zijn nu geüniformeerd, wat voor heel wat duidelijkheid, minder verwarring, maar vooral veel minder discussie zorgt. Het gedeelde web platform voorziet ook om online in te schrijven en het prijzengeld automatisch op je rekening te laten overschrijven.”

“De tijd dat er in Vlaanderen tientallen “Kampioenen van België” rondreden, met een trui die vaak veroverd was door te winnen van een beperkt aantal deelnemers - aangezien er in de meeste bonden een minimum aantal koersdeelnames vereist was - is ver verleden tijd”, lachen de twee protagonisten. Gelukkig maar.

(het is niet verboden dit te delen)

Geen opmerkingen: