maandag 15 februari 2010

Mallorca dag 0

Nu ik hier toch aan een Mallorcaans bed vast gekneveld lig met de riemen van een halve of een hele griep, en al een Lanoye, een Mac Carthy (“De weg”; volledig van overstuur geraakt als tijdelijk kinderloze vader van een zoontje van vijf....), een Bouveroux en een Zafon achter de kiezen heb, kan ik evengoed ook nog eens wat bloggen (*). Maar ik loop vooruit op de zaken, laten we beginnen bij het begin.

Ik heb geen rollen. Daar ligt de oorsprong van de hele Mallorca saga. Trainen gebeurt dus steeds buiten, en ik overdrijf niet als ik zeg dat het hem niet op een graadje min of meer steekt, maar wat wij de laatste weken al op ons dak hebben gekregen, tart toch wel een beetje alle meteorologische verbeelding. Ik heb er genoeg van.
Het idee groeide in het weekend jongstleden en rijpte al naargelang de weervoorspelling accurater werd, tot zij maandagavond plots, zomaar uitmondde in een concreet actieplan (een ”Van Der Meerschken” doen) zijnde een weekje zalig zielsalleen een kamertje huren om 's avonds de lees- en overdag de onmetelijke trainingsachterstand in te halen. Of zou ik alsnog iemand proberen overhalen om mee gaan, kwestie van de single toeslag te ontlopen, al moest er vlug worden beslist – in het vliegtuig restten nog slechts 4 zitjes. Eerst broer Kris, dan neef Jan, Buur Geert, sportvriend Sammie, de Prof (hij zou mij eindelijk eens kunnen uitleggen waarom hotelgasten hun handdoek niet laten vervangen wanneer er geschreven wordt dat de buren dat ook niet doen), … allen vonden ze het een leuke vonds, maar een beetje klef om zo stande pede te moeten beslissen om alles te laten vallen en er een week vanonder te muizen, maar waarschijnlijker, lijkt het mij, geloofden zij er geen kloten van dat ik het meende.
Woensdag. Om 8u40, een goed half uur later dan voorzien, wegens het ijsvrij maken van de vleugels van het Ryan vliegtuig stijgen we op vanuit Charleroi richting Mallorca en “Fred Rompelberg 268”.

Fred Rompelberg.
Fred Rompelberg is de man die een tiental jaren geleden, in één of andere Californische woestijn de wereldpers haalde door, fietsend, de onwaarschijnlijke snelheid te bereiken van meer dan 268 km per uur! Weliswaar in het zog van een speciaal daarvoor uitgeruste racewagen, maar toch, het werd hem nog niet nagedaan wat hij op zijn 52ste, als ik mij niet vergis, in het Guines Book of Records deed verrmelden. Die naambekendheid valoriseerde hij daarna door hier op Mallorca een naar zijn naam genoemde organisatie op poten te zetten die voor ploegen, al dan niet professioneel, of landenteams, maar ook voor individualisten zoals ik, alles wat nodig is om op het eiland niets anders te moeten doen dan te fietsen. Zo is bijvoorbeeld, in het hotel waar ik verblijf, de hele kelder verdieping ter zijner beschikking, daarin gehuisvest een paar honderd degelijke koersfietsen en een herstel atelier. Een team van fietsenmakers, begeleiders en masseurs staan ter iedereens beschikking. Elke werkdag, behalve op woensdag, kan er in groep worden getraind, onder begeleiding van een teamlid die het eiland op zijn duimpje kent. De groepen zij n ingedeeld in verschillende niveau's: van toeristisch, over toertocht naar een “speed” groep. Kortom, het zit goed in elkaar.
- - - - - - - - - - - - - -

(*) Om vandaag hip te zijn moet je het over een “boeken” kunnen hebben, waarbij je de “b” en de “oe” zodanig vol uitspreekt dat je aan de eerste de beste “b”-“oe”-khandel je handrem optrekt en de helft van de hele voorraad in je koffer laadt. Het lezen zelf is niet zo belangrijk, je moet er vooral kunnen over praten. Of je nu politieker, zanger, informaticus, metser, presentatrice, soaprequisitenverantwoordelijke, kok, straathoekwerker, … je bent zot van boeken lezen, het is je passie, je kan niet zonder. Een reis zonder een boek? Onmogelijk. Een idee? Een inzicht? Een fijne vonds? Allemaal dank zij de boeken. Gelet op de tijd dat het duurt om een gemiddelde roman van laat ons zeggen een slordige 350 bladzijden, moet iemand mij toch eens uitleggen wanneer een pipo als een Verhofstadt er in slaagt om én honderden exemplaren per jaar te verslinden én, ik zeg zo maar wat, tegelijkertijd eerste minister te zijn van België. Heel vreemd, dat deze egards enkel de edele kunst van de boekdrukken te beurt valt en bijvoorbeeld totaal voorbij gaat aan de beoefenaars van Bakschieten, Filmliefhebbers, duivenmelken, muziek, rotsklimmen, ...

De intellectuele boekensnobs kunnen worden ingedeeld in 3 categorieën:

Eén. De allesvreter. Voor hem of haar is het object “boek” op zich het belangrijkste. Hoogmis voor hem/haar is de jaarlijkse boekenkermis in Antwerpen. Daar schaft hij zich alles aan: van romans, over gespecialiseerde hobbyboeken, filosofische traktaten, maar ook kookboeken en encyclopedieën (om in te ruiken!!).

Twee. De populist. Leest alles wat in de boeken top 10 staat, wat dus populair is, of wat hem door anderen wordt ingefluisterd. Is dus een van de miljoenen lezers (of althans aanschaffers) van Zafon, Mak, Hoesseini, Lanoye, Larson, Giordano, …

Drie. De kenner. Wilt je echt scoren als literaire snob dan moet je het echte gespecialiseerde werk kopen. Meestal zijn het die boeken die in de recensies het hoogst scoren, maar waar de gemiddelde lezer geen ballen van begrijpt en zo goed als zeker niet tot op het eind wordt uitgelezen. Vanzelfsprekend wordt door de kenner neergekeken op de eerste twee soorten lezers / schrijvers. Wil je weten wie deze kenners zijn? Raadpleeg dan maar eens de Humo's vragenlijstjes en noteer wie Larson een “stationsroman” schrijvertje vindt. Een recent voorbeeld van een “kenners” boek is Erwin Mortiers “Godenslaap”, dat daarenboven nog de AKO literatuur prijs kreeg. Een citaat:

“Ik volg de cadans van mijn handschrift en zoek naar de in letters gestolde, kwezelachtige wellust van het meisje dat ik ooit geweest moet zijn, het wicht dat op de drempel van haar adolescentie haar schriftuur even strak aantrok als de dunne lederen veters waarmee ze haar laarsjes dichtreeg – hoe ze het vlees van het woord in de baleinen van de zinsbouw dwong, tot haar eigen lijf vol striemen stond en ze naar uitbraak verlangde”

of

"Soms lijkt in mijn halfslaap de echo van mijn ademhaling in de kamer om me heen voorbije akoestieken op te wekken. Vertrekken die in de coulissen van de vergetelheid wand tegen wand opgestapeld stonden omsluiten me weer. Dakpannen ritsen zich op spanten tot een huid van stenen schubben aan elkaar. Bakstenen vallen in oude verbanden samen. Onder mijn zolen hervinden vloeren hun vastigheid, elke hol weerkaatste stap laat gangen en passages hun gewelven en nissen herkennen. Verwonderd, welhaast perplex, treed ik die wendbare krochten binnen, als verdwaald in een grot vol schilderingen die onder bibberend kaarslicht tot leven komen."
of

"Terwijl ik het papier met de zwalkende gang van een dronkaard bevlek, mijn extase van inkt, laat ik de dingen achter in hun naakte zijn. Ik haal de beate mongoloïde glimlach van de wereld naar boven, de grijnzende, nat glanzende zen der stomme objecten, waar ik de namen als kaf van af blaas. Nooit zal ik al wat er is even tomeloos kunnen laten zwijgen in het woord, de grote nacht is beter dan tienduizenden maanden"

of

"Ik voel alleen dezelfde euforie en verwachting, hetzelfde ernstige plezier waarmee een kind lijnen trekt, de dingen herschept, het millennia aloude ritueel herhaalt van de jager die in de wand van een grot de geest van zijn prooidier oproept. Mij lijkt de wereld dan het hof te maken: schrijf mij uit, verdubbel me. Traceer mijn luchtlagen, mijn bodemlagen, mijn mantels en mijn zieke memorie, en al de gradaties tussen zijn en niet-zijn die alleen een mens, het meest ontaarde dier dat uit mijn slijmen opkroop, tot bestaan kan wekken"

Hahahahah!!!!!!. En zeggen dat het eerste citaat naast de AKO literatuur prijs ook nog eens de prijs voor de mooiste Nederlandstalige zin van het jaar heeft gekregen!!
(met dank aan Koen Meulenaere voor de citaten).



1 opmerking:

geert zei

Precies veel tijd daar !!!